Onze kerkgemeenschap is ontstaan uit de moederparochie Kontich, een uitgestrekt gebied, al in de 7de eeuw tot graafschap
verheven. Het geloof kon zich hier verspreiden dankzij graaf Witger en zijn echtgenote, de H.Amelberga. Graaf Witger is later
ingetreden in de abdij van Lobbes in Henegouwen. Zijn dochter, de H.Reinildis, schonk bij haar dood al haar rechten en
goederen aan dit klooster. Zo komt het dat de abdij van Lobbes tot rond 1800 steeds de pastoors van Aartselaar hebben
benoemd en ook al die tijd in het bezit is gebleven van de tienderechten op ons dorp.
Op 8 juni 1309 werd Aartselaar als zelfstandige parochie afgesplitst van Kontich, met dezelfde grenzen als de huidige
gemeente.
Een rond 1300 gebouwde kapel werd als parochiekerk ingezegend en toegewijd aan O.L.Vrouw. Heer Henrik was de eerste
pastoor.
In 1465 bracht Adriaan Sanders als relikwie de rechterarm van Sint Leonardus mee naar Aartselaar. Die overhandigde hij op
29 juni aan de pastoor op de plaats die sindsdien wordt genoemd “St.-Lenaerts-Linde”. Sedert 1465 is het op de zondag na
29 juni altijd kermis te Aartselaar.
In 1495 bouwde men een nieuwe kerk. Zij werd op 21 augustus 1566 geplunderd en erg beschadigd door de beeldenstorm.
Hierbij ging ook de relikwie verloren. Maar de devotie voor Sint Leonardus groeide en in de tweede helft van de 17de eeuw
werd Sint Leonardus patroon van de parochie.
In 1791 werd de kerk vergroot met de twee zijbeuken en in 1856 werden de huidige kruisbeuken en het hoogkoor bijgevoegd.
De schilderijen van Thomas Francken (1615), Godfried Maes (1693), Jean François de Troy (eind 17de eeuw), de prachtige
Piëta (Vlaamse school, 1647), e.a., zijn de voorbije jaren deskundig gerestaureerd.
Het klankrijke van Petegem-orgel, de communiebank in gebeeldhouwde eik, de preekstoel uit 1687 van Malderus, de beelden
toegeschreven aan Quellinus de jonge en die van J.J. Van den Neer, een gotisch Mariabeeld, een St.-Leonardusbeeld uit de
16de eeuw, enz., zijn alle het bezichtigen waard.
Verder zijn er nog allerlei antieke cultusobjecten, vaandels, oude gewaden, de glasramen, en laten we de laatste aanwinst
niet vergeten: het beeld van de H.Catharina Labouré, patrones der duivenliefhebbers.
Voor meer informatie verwijzen we naar het boek “675 jaar parochie”, ter inzage op de Heemkundige kring en in de
gemeentelijke bibliotheek en het boek
over "700 jaar parochie".